Het belang van borstvoeding voor de ontwikkeling van de darmen en hersenen van peuters na het eerste jaar

Borstvoeding is de meest natuurlijke en krachtige manier om een ​​baby te voeden. In Nederland start ongeveer 53% van de moeders met uitsluitend borstvoeding direct na de geboorte, maar dit percentage daalt snel naarmate de maanden verstrijken. Meer moeders beginnen met een combinatie van borst- en flesvoeding, waardoor het percentage baby’s dat op enig moment moedermelk krijgt stijgt ongeveer 76%. Met zes maanden krijgt geeft nog ongeveer 30,8 % van de moeders uitsluitend moedermelk en na 12 maanden daalt dit naar ongeveer 9%.

Deze cijfers zijn van belang omdat moedermelk meer is dan alleen een bron van calorieën. Het behoudt de ideale balans van voedingsstoffen en levert tegelijkertijd een breed scala aan bioactieve stoffen die de groei en ontwikkeling van uw kind beïnvloeden. Tot deze stoffen behoren oligosachariden (HMO’s) in moedermelk, complexe suikers die op de derde plaats staan ​​van meest voorkomende vaste bestanddelen in moedermelk, alleen overtroffen door lactose en lipiden.

Een recente wetenschappelijke systematische review en meta-analyse, gepubliceerd in Frontiers in Pediatrics, onderzocht hoe deze kernsuikers de gezondheid van de darmen en hersenen beïnvloeden na het eerste levensjaar. Hun werk benadrukt het belang van borstvoeding en waarom de voordelen ervan lang na de zuigelingentijd aanhouden, waardoor de duurzame basis die het helpt creëren voor de veerkracht en het welzijn van jouw kind, wordt versterkt.

Wat is borstvoeding?

Borstvoeding is melk die uit de borst van de moeder komt. De melk bevat alles wat je baby nodig heeft om goed te groeien en gezond te blijven. In moedermelk zitten voedingsstoffen, afweerstoffen en speciale suikers zoals HMOs.​ Moedermelk oligosachariden (Human Milk Oligosaccharides) zijn unieke suikers in moedermelk die niet verteerd worden, maar belangrijk zijn voor de opbouw van goede bacteriën in de darm van de baby. Ze ondersteunen het immuunsysteem en beschermen tegen ziekteverwekkers.​

Borstvoeding beschermt baby’s tegen infecties en ziekten, zoals middenoorontsteking, maagdarminfecties en luchtweginfecties. Ook heeft borstvoeding positieve effecten op het gewicht van het kind en de band tussen moeder en baby.

​Studie toont aan dat belangrijke HMO’s na 12 maanden nog steeds in overvloed aanwezig zijn

Hoewel de samenstelling van vroege moedermelk uitgebreid is bestudeerd, was er weinig bekend over hoe deze suikers later in de lactatie aanwezig blijven en of ze op een betekenisvol niveau blijven. Om deze lacune op te vullen, werd in de gepresenteerde studie bepaald welke HMO’s na 12 maanden nog steeds in significante hoeveelheden aanwezig zijn en werd geëvalueerd hoe de concentraties in de loop van de tijd veranderen.

  • Systematische review en meta-analyse: Onderzoekers namen alleen studies op die HMO’s maten na één jaar of langer. Dertien studies kwamen in aanmerking, goed voor 4786 melkmonsters verzameld in meerdere landen. De concentraties werden gestandaardiseerd in gram per liter (g/l), en wanneer totalen ontbraken, werden ze berekend door de gemeten suikers op te tellen. Deze harmonisatie maakte vergelijking mogelijk tussen analytische methoden zoals hogedrukvloeistofchromatografie en massaspectrometrie.
  • Er werden 42 suikers aangetroffen, maar zes daarvan sprongen eruit als “kern”. In alle studies kwamen 42 HMO’s minstens één keer voor, maar slechts zes kwamen consistent voor in 10 of meer publicaties. Dit waren 2′-fucosyllactose (2′-FL), 3-fucosyllactose (3-FL), lacto-N-tetraose (LNT), lacto-N-neotetraose (LNnT), 3′-sialyllactose (3′-SL) en 6′-sialyllactose (6′-SL). Samen vormden ze meer dan 70% van de totale HMO-pool in elke fase van de lactatie, wat ze markeert als de dominante structuren die tot in de peutertijd aanwezig blijven.
  • De totale HMO-concentraties daalden en stabiliseerden vervolgens. De totale concentraties daalden van 7,72 g/l in biest (de eerste voedingsrijke melk die het lichaam in de dagen na de geboorte produceert) tot 5,34 g/l op 12 maanden. Metingen tussen 13 en 24 maanden bedroegen echter gemiddeld 8,47 g/l, variërend tussen 7,2 en 10,1 g/l. Hoewel latere gegevens gebaseerd waren op minder monsters, toonden de bevindingen aan dat moedermelk tot ver in het tweede jaar aanzienlijke hoeveelheden HMO’s blijft leveren.
  • Individuele suikers volgden verschillende trajecten. 2′-FL bleef het meest overvloedig aanwezig in alle stadia, met een gemiddelde van 3 g/l in biest en bleef hoger dan 3-FL op 12 maanden (1,59 g/l versus 1,45 g/l). 3-FL was uniek in zijn gestage stijging, bijna verviervoudigd van 0,38 g/l in biest tot 1,45 g/l op één jaar. Daarentegen namen LNT en LNnT gestaag af, daalde 6′-SL sterk en bleef 3′-SL relatief stabiel. Deze veranderende trajecten suggereren dat, hoewel de totale HMO-pool stabiel blijft, de balans van individuele suikers in de loop van de tijd evolueert.
  • Persistentie wijst op aanhoudend biologisch belang. HMO’s zijn al gekoppeld aan de rijping van het microbioom, immuuntraining en neurologische ontwikkeling bij baby’s, maar er was nog weinig bekend over hun rol na het eerste jaar. Door aan te tonen dat kern-HMO’s na 12 maanden nog steeds overvloedig aanwezig zijn, benadrukt de studie de noodzaak om te onderzoeken hoe voortdurende blootstelling de darm- en hersenontwikkeling tijdens de peutertijd blijft beïnvloeden.
  • Implicaties voor voedingsgewoonten. Voor kinderen die tot in het tweede jaar borstvoeding blijven geven, blijven HMO’s beschikbaar in biologisch relevante hoeveelheden. Voor kinderen die na de zuigelingentijd geen borstvoeding krijgen, vormen donormelk, verrijkte kunstvoeding of met HMO verrijkte supplementen, zoals die met 2′-FL en LNnT, alternatieve bronnen.

Hoewel de langetermijneffecten meer onderzoek vereisen, benadrukt de persistentie van deze suikers hun blijvende relevantie tijdens een periode van snelle ontwikkeling van het microbioom (darmflora) en de hersenen.

Al deze bevindingen samen maken duidelijk dat moedermelk tot ver na het eerste levensjaar nog steeds een aanzienlijke hoeveelheid kernsuikers levert. Of het nu gaat om voortgezette borstvoeding, donormelk of zorgvuldig gekozen alternatieven die deze stoffen bevatten, het garanderen van een constante toegang tot deze suikers kan de gezondheid van uw kind ondersteunen tijdens de cruciale maanden na de geboorte.

Waarom HMO’s belangrijk zijn voor groei en levenslange veerkracht

Er zijn meer dan 200 HMO’s, grofweg onderverdeeld in drie categorieën:

  1. Neutrale kern (basische suikerketens die als bouwstenen fungeren)
  2. Gefucosyleerde (met een toegevoegd suikermolecuul genaamd fucose)
  3. Gesialyleerde (met siaalzuur, een suikermolecuul dat belangrijk is voor de hersenontwikkeling).

Hun structurele diversiteit en weerstand tegen vertering maken ze tot unieke bioactieve stoffen die de dikke darm van uw kind intact bereiken, waar ze een breed scala aan biologische effecten beginnen uit te oefenen.

  • Darmgezondheid: Een van de belangrijkste functies van HMO’s is hun prebiotische effect. Ze voeden selectief nuttige bacteriën zoals Bifidobacterium, ondersteunen hun groei en beperken minder gunstige stammen. Deze selectieve voeding leidt tot een hogere productie van korteketenvetzuren (SCFA’s) zoals butyraat, die in verband worden gebracht met het versterken van de darmbarrière, het verminderen van ontstekingen en het creëren van een evenwichtige omgeving die schadelijke microben ontmoedigt. HMO’s helpen je kind ook beschermen tegen infecties door te fungeren als “lokreceptoren”. Veel ziekteverwekkers, waaronder Campylobacter jejuni en Pseudomonas aeruginosa, hechten zich aan suikerstructuren in de darmwand om een ​​infectie te initiëren. Gefucosyleerde HMO’s bootsen deze structuren na, waardoor ziekteverwekkers zich niet kunnen binden en het risico op ziekte afneemt. Samen zorgen deze acties ervoor dat je kind een gezondere microbiële gemeenschap en een sterkere afweer heeft tijdens een periode van snelle groei.
  • Hersen- en cognitieve gezondheid:  HMO’s spelen ook een rol bij de ontwikkeling van de hersenen via de hersen-darm-as. Door een gezond microbioom te bevorderen, stimuleren ze de productie van metabolieten zoals korteketenvetzuren (SCFA’s), die de neurotransmitteractiviteit beïnvloeden en zich ontwikkelende neuronen beschermen. Onderzoek toont aan dat bacteriën die door HMO’s worden ondersteund, gamma-aminoboterzuur (GABA) produceren, een neurotransmitter die belangrijk is voor stemming en leervermogen. Gesialyleerde HMO’s produceren siaalzuur, wat de synapsvorming en myelinisatie beïnvloedt. Deze processen vormen de bedrading van de hersenen van uw kind en ondersteunen het geheugen, leervermogen en de communicatie tussen neuronen. Specifieke HMO’s, zoals 2′-FL en 6′-SL, zijn in verband gebracht met verbeterde scores in cognitieve, motorische en taalontwikkeling bij baby’s. Een hogere blootstelling aan 30-sialyllactose (30SL) is ook in verband gebracht met verbeterde leerresultaten vanaf de leeftijd van 10 maanden.
  • Ontwikkeling van het immuunsysteem: HMO’s beïnvloeden de activiteit van immuuncellen door een evenwichtige signalering tussen Th1- en Th2-responsen te bevorderen, wat het lichaam helpt om adequaat te reageren op uitdagingen. Ze verminderen ook inflammatoire cytokinen, die beschermen tegen overmatige immuunreacties. Vroegtijdige blootstelling aan HMO’s helpt bij het ontwikkelen van immuuntolerantie, waardoor de kans op allergieën en auto-immuunreacties later afneemt. Studies bij zowel borstgevoede als kunstgevoede baby’s tonen aan dat baby’s die HMO’s krijgen minder vaak last hebben van luchtweginfecties en maag-darminfecties, en zelfs minder medicijnen gebruiken.
  • Metabole programmering en gezondheid op lange termijn: Naast directe groei en afweer lijken HMO’s ook de metabole gezondheid op lange termijn te beïnvloeden. Hun vermogen om darmbacteriën te vormen en de immuunactiviteit te reguleren, draagt ​​bij aan een gezondere energiebalans en minder ontstekingen. Er zijn aanwijzingen dat HMO’s een beschermende werking hebben tegen obesitas, diabetes type 2 en allergische aandoeningen.

Lees ook: De risico’s van borstimplantaten bij kinderwens en zwangerschap.

Lees ook: Lacteren zonder zwanger te zijn: oorzaken van galactorroe.

Borstvoeding voordelen voor het kind

  • Betere bescherming tegen infecties en ziektes (zoals diarree, luchtweginfecties, middenoorontstekingen, diabetes én sommige vormen van kanker).​

  • Minder kans op allergieën, astma en eczeem.​

  • Optimale groei van mond- en kaakspieren; minder kans op gebitsproblemen.​

  • Gezonde ontwikkeling van het darmmicrobioom door HMOs in moedermelk.​

  • Kleinere kans op overgewicht later in het leven.​

  • Snelle afvoer van eerste ontlasting; minder kans op geelheid.​

  • Hechtere band en gevoel van veiligheid.​

Lees ook: Borstvoeding verlaagt risico op astma bij kinderen, volgens onderzoek.

Borstvoeding voordelen voor de moeder

  • Sneller herstel van de baarmoeder na de bevalling.​

  • Minder kans op postnatale bloedingen.​

  • Verlaagd risico op diabetes type 2, borst- en eierstokkanker, osteoporose en reumatoïde artritis.​

  • Hulp bij het bereiken van een gezond gewicht, doordat borstvoeding extra energie kost.​

  • Ontspannend effect: minder stress, betere slaap door hormonen oxytocine en prolactine.​

  • Minder kans op hoge bloeddruk en hartaandoeningen.​

Lees ook: Wat is het verband tussen borstvoeding en vrouwelijke seksualiteit?

FAQ over borstvoeding

1. Hoe vaak geef je borstvoeding?

De meeste baby’s drinken elke 2 tot 3 uur. Dit kan variëren per kind.

2. Hoe lang moet je borstvoeding geven?

De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) adviseert om minstens zes maanden uitsluitend borstvoeding te geven, daarna naast vaste voeding tot minimaal één of twee jaar.​

3. Is borstvoeding altijd voldoende?

Moedermelk bevat alles wat de baby nodig heeft in de eerste zes maanden, behalve vitamine D en K. Overleg met een zorgverlener over supplementen.​

4. Mag je borstvoeding geven als je ziek bent?

Vaak kun je gewoon doorgaan met voeden bij milde ziekte, overleg altijd bij twijfel met je arts.

5. Welke invloed heeft borstvoeding op het gewicht van de moeder?

Door borstvoeding te geven, verbruik je extra energie (ongeveer 500 kcal per dag).​

6. Helpt borstvoeding bij het voorkomen van allergieën?

Borstvoeding kan beschermen tegen sommige allergieën en astma bij kinderen, vooral als er familiegeschiedenis is.​

7. Kan elk kind borstvoeding krijgen?

Vrijwel iedere moeder kan borstvoeding geven, soms is extra hulp nodig van een lactatiekundige.

8. Zijn er nadelen?

Soms heeft een moeder last van pijnlijke tepels, of is het lastig op gang te komen. Er zijn hiervoor praktische tips en ondersteuning beschikbaar.

9. Is moedermelk altijd hetzelfde?

De samenstelling verandert per persoon en per dag; de melk past zich aan de behoeften van de baby aan.

Meer lezen?

Bronnen: SHE Health Clinics, Frontiers in Immunology, MDPI Nutrients, Frontiers in Pediatrics, MDPI

Deel dit artikel

Welkom op onze vernieuwde website!

SHE Health wordt nog beter!

Onze vernieuwde website biedt je een moderne & toegankelijke ervaring. Want jouw gezondheid verdient de beste zorg én de beste online ondersteuning.

Mis niets van onze opening in Q1 2026
Meld je aan voor updates voor onze opening en de laatste artikelen over jouw gezondheid.