Dé focuskliniek voor vrouwenzorg

Schrijf je in voor de wachtlijst
Opening: Q1 2024

Trofoblastziekten

Trofoblastziekten is een verzamelnaam voor o.a. de volgende aandoeningen:

  • Complete of partiële (gedeeltelijke) molazwangerschap
  • Persisterende trofoblastziekte
  • Choriocarcinoom
  • Placental Site Trophoblastic Tumor (PSTT).
Molazwangerschap

Het woord mola is afkomstig uit het Latijn, en betekent ‘massa. Door een onjuiste celdeling kan de embryo zich niet ontwikkelen. Er ontstaan blaasjes die lijken op een druiventros. Een molazwangerschap kan compleet zijn en dan is er geen foetus aanwezig. Bij een partiële molazwangerschap is er vaak wel een foetus naast het molaweefsel.

Complete molazwangerschap

Bij de complete molazwangerschap zijn alle chromosomen in de cel afkomstig van de vader. Het erfelijk materiaal van de moeder wordt uitgestoten vlak voor of na de bevruchting.

Partiële molazwangerschap

Bij de partiële (gedeeltelijke) molazwangerschap zijn er teveel chromosomen van de vader, maar zijn er ook moederlijke chromosomen in de cel aanwezig. Hierdoor is bij de partiële molazwangerschap de hoeveelheid genetisch materiaal in de cel verhoogd.
Bij een partiële molazwangerschap is er een niet levensvatbare vrucht aanwezig.

Persisterende trofoblastziekte (Gestational Trophoblastic Neoplasia)

Een normale cel van de placenta (trofoblastcel) maakt het zwangerschapshormoon hCG (humaan choriogonadotrofine) aan. Bij molazwangerschappen wordt er meestal extra veel hCG geproduceerd.

Als na een molazwangerschap de hCG-concentratie in het bloed ondanks een vacuümcurettage niet vanzelf  daalt, wordt gesproken van een persisterende trofoblastziekte. Zo’n persisterende trofoblastziekte treedt bij ongeveer 15% van de molazwangerschappen op.
Een persisterende trofoblastziekte kan op grond van weefselonderzoek niet worden voorspeld. Door het doen van wekelijkse hCG-bepalingen, kan tijdig persisteren van de trofoblast worden gesignaleerd. Het hCG blijft dan gedurende meerdere weken op eenzelfde niveau of stijgt.

Choriocarcinoom

Choriocarcinomen kunnen ontstaan na een molazwangerschap, maar ook na een voldragen zwangerschap, een buitenbaarmoederlijke zwangerschap, een spontane miskraam of een zwangerschapsafbreking. Een choriocarcinoom is een kwaadaardige aandoening van  trofoblastcellen en gedraagt zich als een persisterende trofoblastziekte en wordt hetzelfde behandeld. Het choriocarcinoom na een voldragen zwangerschap is zeldzaam en komt 1 maal per 30.000 bevallingen voor. Het kan lastig zijn om de diagnose tijdig te stellen omdat bijpassende klachten, zoals bloedverlies, vaak na een bevalling optreden. Bloedverlies 6 weken na de bevalling, is een reden om door een gynaecoloog onderzocht te worden.

Patiënten met een choriocarcinoom na een voldragen zwangerschap genezen meestal niet altijd met de standaard medicijnen. Behandeling met een combinatie van verschillende soorten chemotherapie is dan veelal nodig. Deze patiënten worden in een derdelijns ziekenhuis behandeld.

Placental Site Trophoblastic Tumor (PSTT) en Epitheloid Trophoblastic Tumor (ETT)

Dit zijn zeldzame afwijkingen, waarvan er in Nederland hooguit 1 of 2 per jaar voorkomen.

Symptomen molazwangerschap

Vrouwen met een molazwangerschap hebben vaak:

  • Bloedverlies
  • Meer last van zwangerschapsklachten, zoals misselijkheid en braken
  • Soms een te snel werkende schildklier.

Een molazwangerschap wordt vaak al vroeg in de zwangerschap ontdekt. De meeste vrouwen hebben dan nog geen hevige klachten.

Risicofactoren molazwangerschap

Risicofactoren voor een molazwangerschap zijn:

  • Leeftijd boven de 40 jaar
  • Voeding
  • Leefstijl
  • Overgewicht
  • Ras (in Azië worden meer vrouwen met een molazwangerschap gezien).

Risicofactoren voor een persisterende trofoblastziekte zijn:

  • Mogelijk leeftijd boven de 40 jaar
  • Grote baarmoeder/veel molaweefsel in de baarmoeder
  • Onvolledige verwijdering van de molazwangerschap.

Risicofactoren voor een choriocarcinoom zijn:

  • Voldragen zwangerschap en complete molazwangerschap.
Onderzoek en diagnose

Lichamelijk onderzoek

Bij een vermoeden van een molazwangerschap doet onze vrouwelijke gynaecoloog of verloskundige een uitwendig onderzoek. Zij voelt hoe groot de baarmoeder is. Soms doet de gynaecoloog ook een inwendig onderzoek, om te kijken of er afwijkingen zijn in bijvoorbeeld de vagina en de baarmoedermond.

Gynaecologische echografie

Met een inwendige gynaecologische echografie via de vagina, worden de baarmoeder en de eierstokken in beeld gebracht. Hierbij kan de gynaecoloog kijken of de moederkoek kenmerken van een molazwangerschap heeft en of er eventuele andere afwijkingen zijn.

Laboratoriumonderzoek

Bij verdenking op een molazwangerschap wordt door ons bloedonderzoek gedaan. Daarbij wordt onder andere de concentratie van het hCG (humaan choriogonadotrofine) in het bloed bepaald.

X-thorax, CT-scan en MRI-scan

Bij de diagnose persisterende trofoblastziekte doet de gynaecoloog in samenspraak met onze radioloog aanvullende onderzoeken. Hiermee kan de gynaecoloog bepalen hoe uitgebreid de ziekte is en of er uitzaaiingen zijn. Je kunt één of meer van de volgende radiologie onderzoeken krijgen:

Hoog- of laagrisico trofoblastziekten

Afhankelijk van verschillende factoren, zoals de duur tussen de laatste zwangerschap en het ontdekken van de persisterende trofoblastziekte, wordt er gesproken over een hoog- of laagrisico persisterende trofoblastziekte. Hiervoor wordt een score berekend die gebaseerd is op de volgende punten:

  • Voorafgaande zwangerschap(pen)
  • Eerdere chemotherapie
  • Medicijn gebruik
  • Leefstijl
  • Interval van einde zwangerschap tot begin behandeling
  • Uitzaaiingen en locatie hiervan.

Met deze indeling schat de gynaecoloog in samenwerking met een gynaecologische oncoloog in of er een laag of hoogrisico is op een succesvolle behandeling met 1 medicijn of dat meerdere vormen van chemotherapie nodig zijn.

Behandeling

De behandeling bij trofoblastziekten kan bestaan uit:

  • Curettage
  • Operatie
  • Chemotherapie
  • Acupuntuur (complementair)
  • Diëtiek (complementair).

Trofoblastziekten zijn zeldzaam. Nederland heeft een aantal erkende gynaecologische-oncologische centra waar je terecht kunt voor de behandeling van trofoblastziekten.

Curettage

Bij een complete en bij een partiële molazwangerschap krijg je als behandeling een curettage. Met een zuigbuis wordt de baarmoeder leeggezogen. Daarvoor wordt eerst de baarmoedermond opgerekt. Je krijgt de curettage onder algehele narcose. Tijdens de curettage wordt een echo gemaakt. Het bij de curettage verkregen weefsel wordt naar een patholoog opgestuurd, die de uiteindelijke diagnose molazwangerschap kan stellen.

Als er sprake is van een molazwangerschap, wordt wekelijks het hCG-gehalte (humaan choriogonadotrofine) in het bloed bepaald totdat dit een normaal niveau heeft.

Nadat het zwangerschapshormoon op een normaal niveau is, is een nieuwe zwangerschap volgens de nieuwe richtlijn toegestaan. De kans op het terugkeren van een molazwangerschap nadat het zwangerschapshormoon is genormaliseerd, is namelijk klein (<1%).

Een persisterende trofoblastziekte moet in de regel met chemotherapie worden behandeld. Soms kan een tweede keer een curettage worden gedaan omdat hierna nog een kans is dat het hCG spontaan normaliseert.

Operatie

Ben je ouder dan 40 jaar en heb je geen kinderwens meer, dan kan de arts adviseren om de baarmoeder te verwijderen. Dit is een grotere ingreep dan een curettage. Wel bestaat dan nog steeds de noodzaak van nauwkeurige controle van het hCG-gehalte.

Chemotherapie

Persisterende trofoblastziekte wordt meestal behandeld met chemotherapie. Om te bepalen welke (combinatie van) chemotherapie moet worden gebruikt, worden patiënten ingedeeld in een hoog- en laagrisico categorie.
Bij een laag risico krijg je chemotherapie met 1 medicijn. Bij hoog risico krijg je een combinatie van verschillende soorten chemotherapie.

De behandeling van een choriocarcinoom na een voldragen zwangerschap bestaat meestal ook uit een combinatie van verschillende soorten chemotherapie.

Chemotherapie kan de volgende bijwerkingen geven:

  • Haaruitval.
  • Misselijkheid en overgeven.
  • Darmklachten.
  • Verhoogd risico op infecties en bloedingen en vermoeidheid.
  • Soms komen vrouwen eerder in de overgang.

Tijdens de behandeling met chemotherapie wordt het hCG-gehalte nauwkeurig in de gaten gehouden voorafgaand aan iedere kuur. Als het hCG-gehalte niet daalt, moet overlegd worden met een oncologisch centrum of er andere medicatie moet worden gegeven.

Nazorg en controle

De nazorg hangt af van de soort trofoblastziekte en de behandeling die je hebt gehad. Het controleschema verschilt per persoon. Meestal wordt gedurende minimaal 1 jaar het hcg-gehalte maandelijks gemeten.

Gevolgen

Kanker en de behandeling ervan hebben vaak een grote invloed op het dagelijks leven. Sommige gevolgen hebben met de ziekte zelf te maken. Andere met de behandeling.

Gevolgen waar veel mensen met kanker mee te maken krijgen, zijn: vermoeidheid, geheugenverlies en concentratieproblemen, veranderingen in hun uiterlijk, angst voor terugkeer van de ziekte en somberheid (depressie).

Kanker revalidatie en nazorg programma

Naast onderzoek en behandelingen, bieden wij je bij SHE Health Clinics  diverse programma’s die gericht zijn op een goede revalidatie en nazorg. Deze programma’s worden op ieder individu afgestemd en bevatten meestal de volgende zorg elementen:

  • Gynaecologische controles
  • Leefstijl coaching
  • Beweging & fitness
  • Psychologie
  • Acupunctuur
  • Massage
  • Yoga en/of meditatie
  • Dietiek en voedingsadvies
  • Look good, feel beter: voor vrouwen met haaruitval of kaalheid.
Meer weten of een afspraak maken?

Neem telefonisch contact met ons op via 085-2019275 of via ons contactformulier.

Aanvullende info

Meer informatie over alle vormen van gynaecologische kanker is te vinden op de website van de patiëntenvereniging Olijf en op www.kanker.nl (een initiatief van KWF Kankerbestrijding, Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) en de Nederlandse Federatie van Kankerpatiënten (NFK).

Korte wachttijden bij SHE Health Clinics

Bij SHE Health Clinics hebben we korte wachttijden, dus kun je bij ons snel meestal geholpen worden door onze ervaren vrouwelijke zorgprofessionals.

Vergoeding door verzekering

De meeste gynaecologische onderzoeken en-behandelingen bij SHE Health Clinics vallen onder de basisverzekering. Dit betekent dat gynaecologie door jouw zorgverzekeraar wordt vergoed als je een verwijzing van jouw (huis)arts hebt. Houd wel rekening met je eigen risico.

SHE Health Clinics: alle medische- en paramedische vrouwenzorg op één locatie

Door onze ervaring in het leveren van efficiënte vrouwenzorg, hanteren wij beperkte diagnostiek in korte tijd en een gering aantal polikliniek bezoeken; oftewel een korte en efficiënte zorgcyclus waarbij de vrouwelijke patiënt centraal staat. Vanwege onze onafhankelijkheid en snel diagnostiek, kunnen onnodige opnames en verdere klinische behandelingen worden voorkomen.
Om nog meer reductie in zorgkosten te bereiken hanteren wij een combinatie van multidisciplinaire zorg en complementaire zorg. Dat resulteert in de beste zorg voor vrouwen met een kortere zorgcyclus, waardoor tijd en kosten worden bespaard voor de patiënt, doorverwijzende arts en de zorgverzekeraar.

Meer weten over ons brede zorgaanbod voor vrouwen of wil je weten wat wij als vrouwenkliniek voor je kunnen betekenen? SHE Health Clinics helpt je graag verder! Wij zijn een zelfstandig behandelcentrum (ZBC) met verzekerde- en onverzekerde medische zorg voor onder andere: preventie, leefstijl, preventieve medische onderzoeken, gynaecologie, seksuologie, menopauze, overgangsklachten, bekkenbodemklachten, borstonderzoek, urologie, dermatologie, cardiologie, chirurgie, neurologie, psychologie, radiologie, interne geneeskunde, pijnklachten, stress, burn-out, slaapproblemen, vermoeidheid, overgewicht, revalidatie en cosmetiek. Veruit de meeste onderzoeken en behandelingen vallen onder verzekerde zorg, welke vergoed wordt vanuit het basispakket. 

Je kunt ons bereiken op 085-2019275 of gebruik maken van ons contactformulier.