Dé focuskliniek voor vrouwenzorg

Schrijf je in voor de wachtlijst
Opening: Q1 2024

Kolposcopie (colposcopie) bij afwijkend uitstrijkje

Wanneer er afwijkende cellen in je uitstrijkje worden gevonden, dan kan dit een voorstadium van baarmoederhalskanker zijn (CIN). Een afwijkend uitstrijkje betekent echter meestal niet dat je baarmoederhalskanker hebt. Vaak heb je slechts een beperkte afwijking van de baarmoederhals; een voorstadium. Deze verdwijnt vaak vanzelf weer, óf is met een kleine ingreep meestal goed te behandelen.

Onze vrouwelijke gynaecoloog onderzoekt in het geval van een afwijkend uitstrijkje de baarmoederhals verder. Dit gynaecologische onderzoek heet een kolposcopie (colposcopie). Onze gynaecoloog verricht het onderzoek met een colposcoop. Dit is een aangepaste microscoop.

Lees ook: Afwijkend uitstrijkje? Dit zijn de vervolgstappen.

Hoe gaat een kolposcopie onderzoek?

Je ligt op een speciale gynaecologiestoel met je benen in de beensteunen. De gynaecoloog plaatst een speculum (eendenbek) in je vagina. De kolposcoop staat voor je. Om meer details te kunnen zien, brengt de gynaecoloog één of meerdere kleurstoffen op de baarmoederhals aan:

  • De ene kleurstof is azijnzuur, dit kun je soms wat ruiken. Sommige vrouwen voelen de vloeistof wat prikken.
  • De andere kleurstof is lugol, een geurloze bruine kleurstof (bevat jodium). Geef vooraf aan onze gynaecoloog door als je allergisch bent voor jodium.

Hierdoor zijn eventuele afwijkingen goed te zien. Daarna kijkt zij de hele baarmoedermond goed na. 

In sommige gevallen kun je op een scherm meekijken met wat de gynaecoloog via de colposcoop ziet.

Wat wordt er bekeken bij een kolposcopie?

De baarmoederhals is bekleed met twee soorten cellen: plaveiselcellen en endocervicale of cilindercellen. Het overgangsgebied tussen deze twee soorten cellen heet de overgangs- of transformatiezone.
Afwijkende cellen in het uitstrijkje zijn bijna altijd afkomstig van dit gebied.
Bij kolposcopie wordt dit gebied nauwkeurig bekeken. Als afwijkende plekjes zichtbaar zijn neemt de gynaecoloog eventueel een stukje weefsel weg voor onderzoek. Dit heet een biopsie.

Het nemen van een biopsie kan even pijnlijk zijn. Echter; je voelt dit minder als je hoest tijdens het afnemen van het biopt. Door de biopsie ontstaat er een wondje dat kan bloeden. De gynaecoloog kan het wondje stelpen door het aan te stippen met zilvernitraat. Je kunt nog een paar dagen na het onderzoek wat bloedverlies hebben.

De patholoog onderzoekt het weefsel (biopt) onder de microscoop. De gynaecoloog belt je na één tot twee weken om de uitslag door te geven en met je te bespreken.

Een kolposcopie-onderzoek kan vervelend zijn. Echter, een verdoving of narcose is normaal gesproken niet nodig. Als je erg tegen het gynaecologische onderzoek op ziet, bespreek dit dan met onze vrouwelijke arts.

Na de kolposcopie bespreekt de gynaecoloog met je of het nodig is om:

  • Af te wachten
  • Je meteen te behandelen (lisexcisie).
Afwachten

Onze gynaecoloog bekijkt de baarmoederhals goed. Als de gynaecoloog geen verdachte plekjes ziet, is een behandeling niet nodig. Uiteraard zal je wel onder controle blijven bij SHE Health Clinics.

Welke uitslagen kan ik verwachten?

De uitslag van het baarmoederhalsonderzoek door de gynaecoloog wordt uitgedrukt in CIN. CIN is een afkorting van Cervicale Intra-epitheliale Neoplasie.Uitslag en betekenisEr zijn na de kolposcopie vijf verschillende uitslagen mogelijk:

  1. Alles is goed, er zijn geen afwijkingen.

  2. CIN 1: Lichte afwijking.

  3. CIN 2: Matige afwijking.

  4. CIN 3: Ernstige afwijking.

  5. Baarmoederhalskanker: in dit geval is er meer onderzoek nodig.

Bij welke uitslag is een behandeling nodig?

CIN 1:

  • Er is geen behandeling nodig.
  • De afwijkende cellen verdwijnen meestal vanzelf.
  • Er moeten wel periodiek vervolguitstrijkjes gemaakt worden om dit te controleren.

CIN 2:

  • Hierbij is soms behandeling nodig.
  • Ook deze afwijkende cellen kunnen vanzelf verdwijnen.
  • De gynaecoloog geeft een advies om af te wachten of te behandelen. Hierbij houdt zij rekening met jouw leeftijd en of je nog een kinderwens hebt.

CIN 3:

  • De gynaecoloog raadt een behandeling aan.
  • De kans is klein dat de afwijking vanzelf verdwijnt.
  • Passen de uitslag van uw uitstrijkje én de bevindingen van de colposcopie bij een CIN 3 afwijking? Dan kan de gynaecoloog besluiten om geen biopten af te nemen, maar direct een behandeling uit te voeren (lisexcisie).
Welke behandelingen zijn mogelijk?

Mogelijke behandelingen na kolposcopie zijn:

  1. Lisexcisie
  2. Conisatie

Hieronder krijg je informatie over:

  • De behandeling
  • Het herstel na de behandeling
  • De risico’s van de behandeling.
Lisexcisie

Bij een lisexcisie neemt de gynaecoloog van SHE Health Clinics een stukje weefsel van de baarmoederhals weg. Hierin zitten de afwijkende cellen. De gynaecoloog gebruikt voor het wegnemen een dunne metalen lis. Dat is een draad in de vorm van een lus. De lis wordt elektrisch verhit. De ingreep vindt meestal plaats op onze poliklinische behandelkamer (POK). Je krijgt een lokale verdoving in de baarmoederhals, zodat je er niets van voelt. Wilt je liever een ruggenprik, narcose of een roesje? Bespreek dit dan met jouw gynaecoloog bij SHE Health Clinics.

Hoe verloopt deze ingreep?

  1. Deze ingreep vindt poliklinisch plaats (je kunt na de ingreep weer naar huis).
  2. Je krijgt een plastic plakker op jouw been om de stroom te geleiden.
  3. De gynaecoloog brengt een spreider in om de baarmoederhals te zien.
  4. De gynaecoloog verdooft jouw baarmoederhals terwijl zij je vraagt te hoesten. De verdovingsprikken worden qua pijn door veel vrouwen vergeleken met een verdovingsprik bij de tandarts. In de verdoving zit ook adrenaline. Hierdoor kan jouw hartslag tijdelijk wat sneller zijn. Dit kan een gejaagd gevoel geven, een warm gevoel of hartkloppingen.
  5. De gynaecoloog neemt met een dunne metalen lis een stukje van de baarmoederhals weg. De lis is elektrisch verhit. Van de lisexcisie zelf voel je meestal niets, behalve warmte van de rook. Wel geeft het wegbranden soms een onaangenaam geluid of een branderige geur en kunt je wat rook zien. De meeste rook en geur wordt echter direct afgezogen.

De patholoog onderzoekt vervolgens het weefsel onder de microscoop. De gynaecoloog belt u op met de uitslag van dat onderzoek na één tot twee weken.

Nadelen van een lisexcisie

De baarmoederhals wordt korter. Hierdoor neemt de kans op een vroeggeboorte bij een zwangerschap iets toe. Deze kans neemt vooral toe als je twee of meer keer een lisexcisie hebt gehad.

Hoe is het herstel na een lisexcisie?
  • Door de lisexcisie is er een kleine wond in de baarmoederhals. De wond geeft bloederige afscheiding. Dit kan enkele weken aanhouden. Na ongeveer een week kun je opnieuw of meer bloedverlies krijgen. Het korstje laat dan los, dit is normaal. Gebruik voor het opvangen van dit bloed/afscheiding geen tampons, alleen maandverband (bij voorkeur biologisch).
  • Adviezen voor een vlot herstel: zolang je bloedverlies of bloederige afscheiding hebt, is het verstandig niet te vrijen, geen tampons te gebruiken, niet te zwemmen of in bad te gaan. Zo verlaag je de kans op een ontsteking van de wond.
Wanneer neemt je contact op met SHE Health Clinics?
  • Bij koorts.
  • Veel bloedverlies (meer dan bij een menstruatie). Ruim bloedverlies treedt op bij 1 op 20 vrouwen.
  • Bij twijfel.

Je kunt SHE Health Clinics telefonisch bereiken via 085-2019275.

Conisatie

Is de afwijking in de baarmoederhals te groot voor een lisexcisie? Of ligt de afwijking verder in de baarmoederhals? Dan kun je een conisatie krijgen. Onze gynaecoloog snijdt een kegelvormig stukje weefsel weg met een mesje. Dat gebeurt onder algehele narcose of met een ruggenprik.

Hoe verloopt deze ingreep?
  1. Deze ingreep gebeurt op de operatiekamer. Je krijgt algehele narcose of een ruggenprik.
  2. De gynaecoloog snijdt een kegelvormig stukje weefsel weg met een mes en hecht de baarmoederhals.
  3. Als je ruim blijft bloeden, plaatst de gynaecoloog een speciale tampon. Met deze tampon kun je niet plassen. Daarom krijg je dan ook een katheter in de blaas. De verpleegkundige verwijdert de tampon en katheter na enkele uren.
  4. Je gaat dezelfde dag nog naar huis.

De patholoog onderzoekt het weefsel onder de microscoop. De gynaecoloog belt je op met de uitslag van dat onderzoek na één tot twee weken.

Nadelen van een conisatie
  • Er is algehele narcose of een ruggenprik nodig.
  • De kans op vroeggeboorte is groter dan bij een lisexcisie.
  • Ontstaan van littekenweefsel in het kanaal in de baarmoederhals. Menstruatiebloed kan dan niet goed uit de baarmoeder weg. Dit geeft klachten bij de menstruatie: minder bloedverlies en meer buikpijn dan je gewend bent.
Hoe is het herstel na een conisatie?
  • Door de conisatie is er een kleine wond. Deze kan één tot enkele weken licht bloederige afscheiding geven. Het bloedverlies zal steeds minder worden. Na ongeveer een week kun je opnieuw of meer bloedverlies krijgen. Het korstje heeft losgelaten, dit is normaal.
  • Adviezen voor een vlot herstel: zolang je bloedverlies of bloederige afscheiding heeft, is het verstandig niet te vrijen, geen tampons te gebruiken, niet te zwemmen of in bad te gaan. Zo verlaag je de kans op een ontsteking van de wond.
Wanneer neem je contact met SHE Health Clinics op?
  • Bij koorts.
  • Veel bloedverlies (meer dan bij een menstruatie). Ruim bloedverlies treedt bij 1 op 20 vrouwen op.
  • Bij twijfel.

Je kunt SHE Health Clinics telefonisch bereiken via 085-2019275.

Hoe ziet het vervolgtraject eruit?

Je blijft onder controle van de gynaecoloog bij SHE Health Clinics. Afhankelijk van de uitslag van de kolposcopie en eventueel van het weefsel als dat is afgenomen (biopt), wordt een uitstrijkje na 6 of 12 maanden herhaald.
Er wordt in het eerste vervolguitstrijkje gekeken naar de aanwezigheid van afwijkende cellen (de PAP-uitslag) en naar de aanwezigheid van hrHPV. Hoe snel daarna een tweede vervolguitstrijkje nodig is, hangt af van de uitslag. De gynaecoloog bespreekt dit met je zodra de uitslagen bekend zijn.
Zijn de uitslagen van de uitstrijkjes weer goed? Dan adviseert de gynaecoloog je verdere uitstrijkjes (weer) via het bevolkingsonderzoek te laten uitvoeren.

Wat kun je zelf doen?

Roken zorgt ervoor dat het lichaam het hrHPV-virus minder goed kan opruimen. Wij adviseren je te stoppen met roken. Daardoor is de kans groter dat de afwijking vanzelf verdwijnt en niet meer terugkomt.
Heb je hulp nodig bij het stoppen met roken? Bespreek dit met jouw gynaecoloog of huisarts, of kijk op www.ikstop.nl.

Hoe vaak komt een afwijkend uitstrijkje voor?

Van de 100 vrouwen – zonder klachten – die bij het bevolkingsonderzoek een uitstrijkje laten maken, is gemiddeld bij 5 vrouwen (5%) het uitstrijkje afwijkend. Bij heel lichte afwijkingen van het uitstrijkje is er slechts 10% kans op een voorstadium van baarmoederhalskanker. Naarmate het uitstrijkje meer afwijkend is, neemt dit risico toe.

Voor bijna alle vrouwen betekent de uitslag van een afwijkend uitstrijkje een grote schok; alleen al omdat er iets niet in orde is en verdere controle of onderzoek geadviseerd wordt. De angst, stress en onzekerheid voor baarmoederhalskanker is invoelbaar, doch meestal onnodig. In dat geval is het prettig dat je snel bij ons terecht kunt voor verder onderzoek. Wij hebben geen wachttijden en helpen je graag snel verder.